In de week die daarop volgde kreeg ik plots een bericht van een andere vriendin (die toevallig dezelfde naam draagt). Eentje die ik ondertussen al 31 jaar ken. Eigenlijk meer een zus. Ze stuurde of ik last minute toch niet mee wilde naar Pukkelpop, want ze had onverwachts nog tickets kunnen bemachtigen. Wetende dat ik enkele maanden daarvoor nog de tranen in mijn ogen had gekregen toen ik erachter kwam dat mijn favoriete band (Rise Against) daar op het podium zou staan, nadat ik ze een jaar eerder had moeten missen door mijn ziekte, zei ik meteen ja. En toen kwam de realiteit binnen. Ik ben zwanger. En misselijk. En zwanger. Hoooooe ga ik dit doen?
De dag brak aan waarop we zouden gaan, en ik voelde al bij het ontwaken dat ik echt een zombie was die dag. Verschrikkelijk misselijk, uitgeput van de slapeloze nacht… We hadden afgesproken om 10u. Zij woont in Boom, da’s ongeveer een half uurtje rijden vanaf hier, maar om 9u30 lag ik nog steeds in bed. Ik stuurde haar een berichtje met de vraag waarom ze zo vroeg wilde vertrekken, want de eerste band die we wilden zien, speelde maar rond 15u. Die reden bleek Pommelien Thijs te zijn. Met elke vezel in mijn lichaam en zo goed en zo kwaad als het kon, heb ik mezelf naar Boom gesleurd. Ik vroeg me af of ik toch niet al moest vertellen dat ik zwanger was. Mocht er iets gebeuren, dan waren zij en haar man toch op de hoogte. Ik deed het niet.
We waren net te laat voor Pommelien (sorry schattie!) maar al bij al werd het één van de hoogdagen van 2024. Tijdens het optreden van Rise Against legde ik mijn hand voortdurend op mijn buik. “Kan je dit al horen kleintje? Dit is mama’s favoriete muziek. You better get used to it.” De aanwezigheid van dat klein geheimpje in mijn buik maakte me zo trots. We wisten nog niet of het een jongen of een meisje zou worden, maar het kind zou alvast geboren worden met een gezonde dosis cultuur in de genen, en dat was die misselijkheid meer dan waard.

