Met de positieve test in mijn handen belde ik een paar dagen later het secretariaat van de gynaecoloog. Een andere dan degene waar ik al een paar jaar langs ging. Dat had meerdere redenen.
Eerst en vooral wilde ik absoluut bevallen in het ziekenhuis van Dendermonde. Ik voel me daar bijna thuis na mijn hele verhaal met Colitis Ulcerosa. Voor mijn diagnose was ik nog nooit in een ziekenhuis geweest, hoogstens voor een snel bezoekje, en toen mijn huisarts vroeg in welk ziekenhuis ik behandeld wilde worden, was die beslissing snel gemaakt. Bereikbaarheid, modern comfort, zorgpersoneel,… Dendermonde zou het worden. En dus ook voor mijn bevalling én zwangerschapsopvolging, want ze kenden mijn dossier daar toch al. Daarnaast zit de dienst enterologie op hetzelfde verdiep als het verloskwartier en mijn longspecialist zit op amper 20 stappen van de dienst gynaecologie.
Mijn vaste gynaecoloog was (en is) verbonden aan het ziekenhuis van Sint-Niklaas, en dat was voor mij een absolute no-go. Daarnaast vroeg ze bij het laatste onderzoek aan Superman op niet mis te verstane toon: “en wat komt gij hier doen?” Euhm, dat is mijn steun en toeverlaat en sinds ik ongeneeslijk ziek ben gaat die overal met mij mee. Als iemand hem daarvoor ongemakkelijk laat voelen, dan krijgt die persoon meteen minpunten. Dus ook mijn gynaecoloog. Ze mag nog zo goed zijn in haar job, voor mij was de klik weg. Wie mijn medisch verhaal zo’n beetje heeft gevolgd weet dat ik veel belang hecht aan een goede klik met zorgverleners. Dat scheelt vaak tien stappen vooruit in het hele proces.
Maar goed, dat laatste onderzoek waar ik het over had was er eentje omwille van klachten. Sinds de behandeling met cortisone was mijn cyclus ontregeld. Elke maand tussentijdse bloedingen deden mij vermoeden dat er iets meer aan de hand was. Een inwendig onderzoek en een uitstrijkje leverden niks op. Dus van anticonceptiepil veranderen was volgens de gynaecoloog mogelijks de oplossing. En dat deed ik. Drie maanden lang. Langer hoefde niet. Die pil zou mijn baarmoeder als het ware reinigen en de klachten zouden afnemen. Spoiler alert: dat deden ze niet. Ik vertel later waarom.
Fast forward dus naar zes maanden later, aan de lijn met de afsprakenplanner van het AZ Sint-Blasius, met die positieve test in mijn handen. “En u bent al bij de huisarts geweest om uw zwangerschap te bevestigen?” Shit. “Nee. Dat heb ik nog niet gedaan.” “Ah oké, euh ja ik kan u een afspraak geven bij onze nieuwe gynaecoloog.” Helemaal prima voor mij. Jonge artsen denken vaak meer mee met de patiënt dus ik was zeker bereid om haar een kans te geven.
De afspraak werd gepland op week 8 van de zwangerschap. In week 7 ging ik langs bij de huisarts. Voor een bloedonderzoek, maar ook om een calprotectine-staal af te geven, want de week nadien had ik óók een afspraak in het UZ-Gent, met de IBD-specialist. Ik vertelde mijn huisarts dat ik zwanger was. “Opgepast,” zei hij, “er kan nog veel gebeuren”. Daar was ik me zeker van bewust. Hij doelde voornamelijk op de eerste 12 weken. Ik ook.
Datzelfde weekend had ik op het werk ook redelijk intense krampen, dus ik bereidde mezelf én Superman voor op het ergste. Ik verloor ook even wat oud bloed maar las dat dat geen reden tot paniek hoeft te zijn, dus ik probeerde me rustig te houden tot die allereerste echo. Van misselijkheid gelukkig nog geen sprake, wel het gevoel alsof mijn baarmoeder zomaar uit mij kon vallen. Onze wandelingen werden dus tot het minimum herleid. In de tussentijd probeerde ik te wennen aan het idee dat we mama en papa zouden gaan worden.
